Paragrafen

Onderhoud kapitaalgoederen

Omgevingswet
Op 1 januari 2024 is de omgevingswet in werking getreden. In de omgevingswet komen alle regels over fysiek leefomgeving samen, met als doel duidelijkere regels, ruimte geven aan nieuwe initiatieven en lokaal maatwerk mogelijk te maken. In het omgevingsplan staat uitgewerkt hoe de gemeente haar fysieke leefomgeving wil ontwikkelen en beschermen. Voor de kwaliteit van de leefomgeving betekent dit onder andere dat er regels voor klimaatadaptatie, natuur, inritten en het kappen van bomen worden opgenomen in het omgevingsplan.

Personele capaciteit
In de afgelopen jaren is de personele capaciteit bij zowel aannemers als binnen de ambtelijke organisatie onder druk komen te staan. Dit heeft tot gevolg dat het uitzetten en uitvoeren van werkzaamheden moeizamer verloopt, of dat de kosten ervan stijgen. De krapte op de arbeidsmarkt zet naar verwachting ook in 2026 door. Hierdoor is het soms lastig om werkzaamheden tijdig uit te voeren. Door de stijgende loonkosten kunnen we bovendien met hetzelfde budget minder werk realiseren.

Klimaatverandering
Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe. Dat levert risico’s op voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Meer overlast van water en de toename van droogte heeft gevolgen voor beheer en onderhoud van onder andere bomen en groenvakken in zowel de stedelijke omgeving, het landelijk gebied als de natuurgebieden. Ook de waterkwaliteit van het oppervlaktewater kan achteruitgaan door temperatuurstijgingen en droogte. Een andere belangrijke ontwikkeling is dat steeds meer invasieve soorten zorgen voor overlast en schade aan kapitaalgoederen. Naast effecten op de kapitaalgoederen hebben deze veranderingen ook een negatieve invloed op de biodiversiteit.

Water en Bodem sturend
In de kamerbrief 'Water en Bodem sturend' van 25 november 2022 heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat het belang van ons water en onze bodem benadrukt. In deze brief zijn meerdere structurerende keuzes aangegeven waar rekening mee te houden om water en bodem sturend te laten zijn in de ruimtelijke ordening, zodat we in Nederland ook in de toekomst met een ander en grillig klimaat kunnen blijven leven, wonen en werken. Wij werken in deze ook samen met andere (partners) overheden om concrete beleid/acties te formuleren.

De Landelijke Maatlat voor een groen klimaatadaptieve gebouwde omgeving
In aanvulling op de kamerbrief ‘Water en Bodem sturend’ heeft de Rijksoverheid op 23 maart 2023 de Kamerbrief ‘De Landelijke Maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ uitgebracht. De maatlat maakt duidelijk wat voor nieuwbouw klimaatadaptief inrichten en bouwen inhoudt. Dit is nodig om beter voorbereid te zijn op de gevolgen van klimaatverandering. De doelen, eisen en richtlijnen uit de maatlat en de structurerende keuzes uit de kamerbrief ‘Water en Bodem sturend’ vragen om een andere inrichting van de (openbare) ruimte en het toepassen van nieuwe technieken, dit resulteert in hogere beheer- en onderhoudskosten.

Kaderrichtlijn Water (KRW)
Sinds 2000 is de Kaderrichtlijn Water de belangrijkste wet voor waterbescherming in Europa. Hierin staan doelstellingen die in 2027 behaald moeten worden en waar een gemeente invulling aan moet geven. De KRW richt zich op het waarborgen van een goede kwalitatieve en kwantitatieve gezondheid. Dat betekent dat de wet zich richt op het verminderen en verwijderen van vervuiling en het waarborgen van voldoende water om zowel de behoeften van de natuur als de menselijke behoeften te ondersteunen.
Waterschappen hebben hierin een grote rol. Maar gemeenten moeten hun verantwoordelijkheid nemen als hun plannen invloed kunnen hebben op het bereiken van de gestelde doelen.

Afname biodiversiteit en algemene soorten - nieuwe wetgeving en BKN
Diverse onderzoeken tonen aan dat de biodiversiteit of soortenrijkdom in Nederland nog steeds afneemt. Inmiddels staan we er zo slecht voor dat de leefomgeving van de algemene soorten onvoldoende is om zelfs deze groep te ondersteunen.
Op alle verschillende bestuurlijke schaalniveaus wordt er daarom gewerkt aan het thema biodiversiteit. Zo is de EU Natuurherstelverordening (2024/1991) op 18 augustus 2024 in werking getreden. Deze verordening bevat verplichtingen voor de lidstaten voor het nemen van doeltreffende en gebiedsgericht herstelmaatregelen voor aangetaste ecosystemen. Vanuit deze verordening volgt dat Nederland uiterlijk september 2026 een nationaal herstelplan in ontwerp ingediend moet hebben bij de Europese Commissie. In de verordening zijn diverse artikelen opgenomen die van toepassing zijn op stedelijke gebieden en dorpskernen:

  • Vergroening: De verordening roept op tot meer groen in steden, wat kan leiden tot verbeterde luchtkwaliteit, verkoeling tijdens hittegolven, en een aantrekkelijkere leefomgeving. 
  • Natuurinclusief bouwen: Het is mogelijk dat de bouw- en vastgoedsector rekening moeten houden met strengere eisen voor natuurinclusief bouwen en het behoud of uitbreiden van stedelijk groen.
  • Biodiversiteit: Door meer groen en natuur in steden te creëren, wordt de biodiversiteit in stedelijke gebieden versterkt.
  • Klimaatbestendigheid: Gezonde ecosystemen, ook in steden, kunnen bijdragen aan een betere aanpassing aan de klimaatverandering, zoals minder hittestress en betere waterregulatie.

Toepassing van secundaire bouwstoffen in funderingen
Bij de aanleg en het onderhoud van wegen zetten wij, waar mogelijk, secundaire bouwstoffen in, zoals granulaat en herbruikbare grondsoorten. Deze materialen dragen bij aan de circulaire doelstellingen en verminderen de afhankelijkheid van primaire grondstoffen. Toepassing vindt uitsluitend plaats binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving.
Door veranderende inzichten, met name rond het gebruik van staalslakken, ontstaan er zorgen over mogelijke risico’s zoals bodemverontreiniging, mogelijke gezondheidsrisico’s en verminderde duurzaamheid. Pure staalslakken worden al geruime tijd niet meer toegepast. Wij blijven de landelijke ontwikkelingen en wetenschappelijke inzichten nauwgezet volgen en passen ons beleid aan waar nodig, met als doel een veilige, duurzame en verantwoorde toepassing van secundaire bouwstoffen in de openbare ruimte.

Vervangingspiek openbare ruimte
De aankomende jaren treedt er een vervangingspiek op in de openbare ruimte. Omdat veel kapitaalgoederen aangelegd zijn in de jaren 70, zijn deze in de komende periode aan het einde van de levensduur. Daarom is vervanging nodig. Het huidige vervangingsbudget is ontoereikend om deze vervangingspiek op te vangen. De komende periode gaan we onderzoeken hoe we hier op kunnen gaan sturen. Hierdoor zullen de kosten voor onderhoud stijgen. Omdat er meer onderhoud nodig is, komt de beeldkwaliteit van de openbare ruimte ook onder druk te staan.

Deze pagina is gebouwd op 10/01/2025 14:20:53 met de export van 10/01/2025 14:04:27