De concept-Macro Economische Verkenning (cMEV) voor 2026 is vanwege de verkiezingen eerder gepubliceerd dan gebruikelijk. In de cMEV geeft het CPB, net als in de voorgaande twee edities, aan dat toenemende overheidstekorten de komende jaren om aandacht vragen. Het CPB voorziet nog steeds een grote onzekerheid, onder meer vanwege de geopolitieke situatie. Daarbij wordt een gematigde groei van de Nederlandse economie verwacht, met een oplopend overheidstekort. Trendmatige ontwikkelingen en beleid leiden op termijn ook tot een structurele toename van het overheidstekort. Daarom zijn volgens het CPB scherpe beleidskeuzes nodig voor het langetermijnverdienvermogen van de Nederlandse economie.
De verwachte inflatie daalt gedurende 2025 en 2026 en de loongroei neemt af (maar blijft hoger dan de inflatie). Daarnaast wordt een minder krappe arbeidsmarkt voorzien dan in voorgaande jaren.
Met ingang van 11 juni 2025 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de beleidsrente verlaagd naar 2,00%. Dit was de achtste verlaging sinds juni 2024. Toen stond de beleidsrente nog op 4,00%. Met de renteverlaging wil de ECB de consumptie en de investeringen een impuls geven en de inflatie beïnvloeden en stabiel houden. Eind juli 2025 heeft de ECB bekend gemaakt dat de inflatie in de eurozone terug op koers is en dat de beleidsrente daarom vooralsnog niet verder zal worden verlaagd. De ECB herhaalt in haar persbericht dat toekomstige beslissingen volledig zullen afhangen van economische en financiële data en dat zij zich niet bij voorbaat vastlegt op een bepaald rentetraject. Verdere rentedalingen lijken dus mogelijk, maar zijn uiterst onzeker.
Als gevolg van bovengenoemde verlagingen van de beleidsrente is de korte rente in het afgelopen jaar gedaald en inmiddels weer lager dan de lange rente. Gebaseerd op de korte rente per medio 2025 wordt voor nieuwe korte leningen in het komende jaar een percentage van 2,2% gehanteerd. Op grond van diverse langjarige rentepercentages per medio 2025, onder andere van de BNG, wordt voor de lange rente een inschatting van 3,5% gehanteerd.
Samengevat is bij de renteramingen voor nieuwe leningen in deze begroting uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
- Korte financiering (tot 1 jaar): 2,20%
- Lange financiering (1 jaar of langer): 3,50%
De werkelijke ontwikkeling van de rente is inherent onzeker en onvoorspelbaar. Het aantrekken van nieuwe financieringen zal tegen de op dat moment hogere of lagere actuele rentepercentages plaatsvinden. Daarbij wordt steeds beoordeeld wat de, op dat moment en binnen de geldende (wettelijke) kaders, meest voordelige financiering is.